Weinig debuutromans hebben de afgelopen jaren zo veel indruk gemaakt als De vlucht van de Spaanse schrijver Jesús Carrasco. Hij zag het als zijn laatste kans om schrijver te worden – gelukkig is het lot hem – en de lezers – goedgezind geweest. Alle reden dus om hem op te zoeken in Sevilla, de stad van de steegjes en de zinderende zon in het zuiden van Spanje. We spraken met hem op het terras, werden uitgenodigd voor de lunch met zijn gezin, ontmoetten zijn vrienden bij zijn volkstuin. Later, in een overvol Amsterdam, keken wij met hem naar de WK-wedstrijd – Australië-Nederland. ‘Hoe kunnen jullie al om zeven uur eten?’ verzuchtte hij, als Spanjaard was hij gewend om niet voor negen uur ’s avonds de avondmaaltijd te gebruiken. ‘Ik zou met een rammelende maag naar bed gaan.’