Tegen het einde van het schrijfproces kon Alberto Garlini zijn hoofdpersoon Stefano Guerra niet meer uitstaan. Vijf jaar lang doorbrengen met deze neofascist was verschrikkelijk, verzuchtte hij tijdens onze wandeling door Udine, de Italiaanse stad waar de roman zich grotendeels afspeelt. ‘Ik moest met hem tot het laagste, het diepste van het kwaad.’ Zijn roman De wet van de haat gaat over de anni di piombo, ‘de loden jaren’. Een indrukwekkend boek over een zwarte bladzijde uit de Italiaanse geschiedenis, de periode tussen pakweg 1968 en 1979, waarin zowel de communisten als de fascisten aanslagen pleegden op personen, treinen, bankgebouwen. Een periode van oog om oog, tand om tand. Het werd een boeiend gesprek over haat, tolerantie, politiek en de kracht van literatuur.